‘Een generiek is een soort visitekaartje voor een film of reeks’
Hoe Titles tv-producties een identiteit geeft met title design
Motion and graphic design for all things film is de slagzin van Titles. ‘We doen dus alles wat te maken heeft met grafisch design voor tv-producties: begin- en eindgenerieken, maar ook posters en on set-design’, vertelt Hans Lettany. ‘Een film of reeks een identiteit meegeven met een sterk concept, daar gaan we voor. We halen alles uit de kast om een productie zo goed mogelijk uit de startblokken te doen schieten.’
Hoe ben je met Titles begonnen?
‘Op de filmschool was ik al de generiekenman: ik maakte de begin- en eindgenerieken voor de producties van klasgenoten, gewoon omdat ik daar heel erg in geïnteresseerd was. Na mijn studies ging ik aan de slag op de postproductieafdeling van productiehuis Caviar. Na een tijdje begonnen vrienden van de filmschool eigen films te produceren en vroegen ze mij voor hun generieken. Dat deed ik met plezier na mijn uren. Het begon met kortfilms, maar dat werden snel langspeelfilms en ik kreeg die projecten niet meer gecombineerd met mijn vaste job. In 2011 nam ik ontslag bij Caviar om me als zelfstandige volledig op title design te focussen. In 2017 richtte ik samen met mijn vennoot Titles op.
Goesting naar meer?
Op 30 november staat Hans Lettany samen met Sascha Van den Haak, Kinda Ghannoum en Vincent Pauwels op het podium van Let's Talk Design #27!
Meer info en inschrijven via deze link.
‘Hoewel title design in het buitenland al echt deel uitmaakte van de filmindustrie, met bedrijven die zich uitsluitend daarmee bezighielden, waren er in België nog geen gespecialiseerde studio’s. Meestal namen postproductiehuizen generieken erbij, op het einde als het budget bijna op was. Dat was vaak gewoon een montage van beelden uit de reeks waar wat titels op geplaatst werden. Ik wou tonen dat de generiek echt een productie apart is. Eigenlijk zijn wij een mini-productie binnen de grote productie: we fungeren volledig zelfstandig, met een eigen crew en eigen designers. Wel altijd in nauw overleg met de hoofdproductie en de regie. Wij moeten natuurlijk iets maken wat hun show voor 100 procent ondersteunt en niet gewoon iets wat wij cool vinden. De productiehuizen beginnen nu ook te snappen hoe belangrijk een goede generiek is. Het is een soort visitekaartje van je film of tv-reeks.’
Hoe gaan jullie meestal te werk?
‘Als je een scenario door en door kent, kan je het beste werk leveren. Hoe vroeger we dus in
een productieproces betrokken worden, hoe beter. Dan kunnen we het hele concept voor de
generiek nog bedenken. We lezen eerst het volledige scenario door - vaak zijn dat acht
afleveringen van 50 pagina’s - en zoeken elementen die tekenend zijn voor de show. Dan
maken we enkele voorstellen en gaan we in overleg met de productie. Regisseurs en
productiehuizen vinden het fantastisch als ze merken: amai, die hebben echt hun huiswerk
gemaakt. Die snappen waarover het gaat.’
‘We proberen altijd veel symboliek en diepgang in onze generieken te steken. Ik vind het leuk om kleine elementjes te verstoppen die je doorheen een tv-reeks kan ontdekken. Dat je gaandeweg opmerkt: hé, dat stukje verwijst naar wat er in de vorige aflevering gebeurde! En dat je elke aflevering nieuwe verwijzingen vindt. Dat kan je niet met een snelle montage doen, we steken daar heel veel tijd in. We proberen echt het best mogelijke om een productie uit de startblokken te doen schieten. Mensen goesting te geven om te kijken.’
Wat zijn de leukste projecten die je al deed?
‘Het eerste hele leuke project was Patser van Adil en Bilall. Die film zit vol grafiek. In elke scène zitten wel animaties en neon-effecten die wij mee bedachten. We werkten daarvoor intensief samen met Adil en Bilall, maar ook met de director of photography Robrecht Heyvaert. Hoe die film eruit ziet, dat hebben wij echt mee gecreëerd. Recenter was er Arcadia, waarvoor we de generiek maakten, maar ook het logo en heel veel on-set graphics: van de kinderboekjes tot de posters aan de muren en alle computerschermen. Ook daar werkten we nauw samen met de art director. Dat zijn de allerleukste projecten: die waarbij je voelt dat je de reeks mee hebt geboetseerd tot wat mensen ervan onthouden. Dat je de show echt een sfeer kan geven.’
Hoe zie jij de toekomst van title design? Is er meer concurrentie op komst?
‘De interesse in title design groeit bij jongeren. Dat merk ik tijdens de masterclasses die we geven op LUCA en AP Hogeschool. Studenten worden altijd warm van wat wij vertellen. We krijgen ook héél veel stage-aanvragen. Het is tof om te zien dat er zoveel jonge mensen geïnteresseerd zijn in wat wij doen, zeker omdat zij al zoveel verder staan op het vlak van 3D-design en 3D-animaties. Ik kan wel 3D-concepten bedenken en laten uitvoeren, maar die jonge gasten kunnen dat gewoon zelf. En die zijn daar kéi goed in. Dat kan ik alleen maar supporten. Wat gezonde concurrentie kan geen kwaad.’
Waar droom je nog van?
‘Om meer internationale projecten te doen. De title design-community is klein en ik heb contact met veel designers in het buitenland. Binnenkort ga ik naar Chicago voor een workshop bij Sarofsky, een productiehuis dat generieken maakt voor Marvel, Netflix, HBO… Ik ben superbenieuwd hoe dat bij grote Hollywoodproducties in zijn werk gaat. Daar werken ze een maand lang fulltime met twintig mensen aan een generiek. Daar kan ik in België alleen maar van dromen. Het is dus mijn ambitie om ooit aan zo’n internationaal project mee te werken. En het zou fijn zijn als Titles over 20 jaar bekendstaat als ‘die mannen die coole title designs in België in gang gestoken hebben’. Zo herinnerd worden, dat zou ik heel tof vinden.’
Op 30 november is Hans één van de sprekers op Let's Talk Design in het Zuiderpershuis in Antwerpen. Meer info en inschrijven via deze link!
Tekst: Nienke Soontjens