Vijf circulaire tips voor duurzame creatives
De tips van Isabelle Vanhoutte, auteur van het 'Handboek voor de Circulaire Economie - Een ABC'
Voor wie duurzaam wil werken is de circulaire economie meer dan ooit relevant. Voor heel wat creatives klinkt het waarschijnlijk als een goed idee, maar blijft het ook abstract en is het de vraag hoe en waar te beginnen. Dat is normaal, want circulaire economie gaat over zoveel tegelijk. Het is veel meer dan enkel autodelen en verpakkingsvrij leven. Isabelle Vanhoutte is de auteur auteur van het recent uitgebrachte Handboek voor de Circulaire Economie - Een ABC, uitgegeven in eigen beheer door het Antwerpse publicatiecollectief Henri Lejeune. Isabelle geeft tekst en uitleg bij haar vijf essentiële tips.
Autodelen, verpakkingsvrij leven, deelplatformen en virtualiseren. Deze thema’s zijn gelinkt door hun impact op materiaalgebruik. De circulaire economie is er om de grenzen van onze planeet te beschermen. Dat doet ze door niet meer grondstoffen te gebruiken dan nodig en leefbaar, en de grondstoffen die we dan toch nodig hebben, zo slim en milieuvriendelijk mogelijk te verwerken.
In dit artikel vind je vijf essentiële tips om duurzamer te leven en werken als creative. Ze zijn afkomstig uit het recent uitgebrachte Handboek voor de Circulaire Economie - Een ABC, uitgegeven in eigen beheer door het Antwerpse publicatiecollectief Henri Lejeune. Isabelle Vanhoutte, auteur van het boek, maakte deze selectie:
- Deeleconomie
- Product-as-a-service
- Fablabs
- Transparantie
- Hergebruik
Meer weten? Lees snel verder!
Afval bestaat niet
In de circulaire economie bestaat afval niet. Grondstoffen worden producten en wanneer die einde leven zijn, worden ze opnieuw grondstof voor andere producten. De circulaire economie is dan ook het tegengestelde van de ‘lineaire economie’, waar afgedankte producten uiteindelijk ergens op een afvalberg of in de verbrandingsoven terechtkomen en daarbij het milieu belasten. In de circulaire economie zijn dingen gemakkelijk demonteerbaar, kan je materialen op de composthoop gooien en doen we meer met minder. De circulaire economie wil daarmee nabootsen hoe het in de natuur ging, de afgelopen miljoenen jaren: denk The Lion King, the circle of life.
Circulair = overal
De circulaire economie is overal. Circulair handelen kan op veel manieren. Hoe je het meeste impact hebt, hangt af van je eigen ecologische voetafdruk. Voor sommigen zal meer virtueel gaan werken een groot verschil maken. Bedrijven kunnen minderen met CO₂ uit te stoten door ritten slim te delen, hun wagenpark te vergroenen of over te schakelen op hernieuwbare energie. Ontwerpers kunnen circulair werken door minder materiaal te verwerken in ontwerpen, of te switchen naar milieuvriendelijke materialen. Denk bijvoorbeeld aan biomaterialen, hout, of zelfs composteerbare zwammen: in de meeste gevallen allen ecologischer dan kunststof. De diensteneconomie kan inzetten op eerlijke communicatie met klanten en partners. Samen een ecologisch doel najagen kan goeddoen. Want duurzame relaties kunnen je helpen in een wereld die supersnel verandert.
#1 - Deeleconomie
Er bestaan veel producten die we maar voor een fractie van de tijd gebruiken. Denk maar aan een auto, die meer dan 98 % van de tijd langs de weg staat. Maar ook babykleertjes die te klein geworden zijn of een overheidsgebouw tijdens de weekends worden vaak niet optimaal benut. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat alles wat bestaat zo goed mogelijk gebruikt wordt?
Het antwoord op die vraag is de deeleconomie. Heel wat deelplatformen maken het mogelijk om je eigen spullen met anderen te delen. Deeleconomie heeft ook sociale voordelen. Net zoals autodelen elektrisch rijden beschikbaar kan maken voor mensen met een beperkt budget, kan het delen van (dure) spullen deze betaalbaar maken voor een grotere groep mensen. En meer mensen die kunnen genieten van dezelfde dingen, creëren een meer inclusieve, gelijke samenleving.
#2 - Product-dienstcombinaties of ‘Products as a Service’ (PaaS)
Er bestaan ook bedrijven die producten als diensten aanbieden in een abonnements- of huurvorm. Van bezit naar gebruik is dé circulaire hack bij uitstek. Waarom zou je eigenlijk een auto, een gasketel of een dure smoking willen bezitten? Voor een groeiende groep mensen is het vooral belangrijk om vervoer, een warm huis of een sublieme outfit ter beschikking te hebben op het juiste moment.
Bij product-dienstcombinaties of ‘Products as a Service’ (PaaS) betalen consumenten voor een dienst zonder het product zelf te bezitten. Het product blijft dan eigendom van het bedrijf, die het na gebruik ook terugneemt. Een bouwer van vliegtuigmotoren kan bijvoorbeeld vlieguren verkopen, inclusief onderhoud, in plaats van de motor zelf. Product-dienstcombinaties kunnen ervoor zorgen dat we met z’n allen minder producten nodig hebben en dat die bovendien intensiever worden gebruikt. Dat maakt product-dienstcombinaties ontzettend interessant voor de circulaire economie. Daarnaast prikkelen product-dienstcombinaties bedrijven om producten zó te ontwerpen dat ze een lange levensduur hebben, eenvoudig herstelbaar zijn en gemakkelijk ontmanteld en gerecycleerd kunnen worden bij terugname. Dat staat in contrast met het huidige, milieubelastende wegwerpmodel, waar merken omzet genereren door zoveel mogelijk producten te verkopen.
#3 - Fablabs
In fablabs (fabrication laboratories) of makerspaces ontmoeten makers elkaar en delen ze machines. In een fablab vind je duurdere machines zoals een lasercutter, een CNC-frees of een 3D-printer, maar je vindt er doorgaans ook elektronica of een goede hamer of vijl. Vaak leidt het delen van machines ook tot het delen van ontwerpen en ideeën.
Vanuit ecologisch standpunt hebben fablabs nog een belangrijke troef. Je kan er vervangstukken op maat maken, zodat een koffiezet of kastje waar één onderdeel van stuk is, niet automatisch bij het vuilnis terecht komt.
In fablabs kan je in een lokale context producten maken op vraag, en kunnen modellen worden afgestemd op hun eindgebruiker. Wanneer producten niet op massaschaal worden geproduceerd maar op vraag, ontstaan er geen ‘overstocks’ die opslagruimte innemen voor producten die binnenkort misschien al niet meer in trek zijn. Dat bespaart een hoop materialen.
#4 - Transparantie
Als we morgen een product willen hergebruiken, is het handig om te weten hoe het werd gefabriceerd en wat erin zit. Maar in onze economie is dat allesbehalve vanzelfsprekend, omdat er dikwijls heel wat tussenstappen zitten tussen de ruwe grondstof en het eindresultaat. Producten reizen vaak de wereld rond voor ze bij de eindgebruiker terechtkomen, en bij elke tussenstap bestaat het risico dat een deeltje van de informatie verloren gaat.
Wat kan er anders?
- Heel wat experts spreken over een grondstoffen- of materialenpaspoort. Ook labels, certificaten en correcte productinformatie kunnen helpen bij een goede verwerking in een volgende (recyclage-)fase.
- Iets verder gaat de opensource-aanpak. Open source staat voor open, niet-hiërarchisch georganiseerde R&D. De resultaten van onderzoek en ontwikkeling in een opensourceproject worden online gedeeld op een platform. Iedereen kan en mag hier de ontwerpen kopiëren, aanpassen, aanvullen en verspreiden, eventueel onder bepaalde voorwaarden. Een interessante piste om snel voortschrijdend wetenschappelijk inzicht rond ecologische en sociale strategieën te verspreiden.
- Creative commons-licenties kunnen daar ook een rol in spelen. Die maken het mogelijk om een ontwerp te verspreiden en tegelijkertijd de openheid ervan te beschermen.
- Transparantie over de grondstoffen die je gebruikt én over prijszetting is tenslotte ook goed voor het vertrouwen tussen je bedrijf en je klanten of opdrachtgevers. Door open kaart te spelen, help je anderen om de keuzes die je maakt te begrijpen, wat het draagvlak voor een eerlijke prijs voor een product vergroot.
#5 - Hergebruik
Herbruikbare producten hebben doorgaans minder impact op het milieu dan nieuwe, al is dit enkel het geval als ze ook meermaals worden hergebruikt. Dingen die je nodig hebt tweedehands aankopen, scheelt ook: zo hoef je geen nieuwe grondstoffen aan te boren.
Als ontwerper kan je hieraan bijdragen. Door producten af te stemmen op hergebruik en slim te ontwerpen met zo min mogelijk materialen en met oog voor het hele systeem. Want producten die ontworpen zijn om snel stuk te gaan - ‘geplande veroudering’ of ‘planned obsolescence’ - zijn misschien wel de tegenpool van de circulaire economie.
Benieuwd naar meer? Wil je aan de slag met de circulaire economie? Lees verder in het Handboek voor de Circulaire Economie - Een ABC door Isabelle Vanhoutte, uitgegeven in eigen beheer door het Antwerpse publicatiecollectief Henri Lejeune.